Polderblues.be

Leven, wonen en werken in het Waasland



     






Geschiedenis van "Het Geel Huis" in de Dorpstraat:


Het bouwjaar van het «Geel Huis» is niet te achterhalen, maar het is wel zeker dat het een van de oudste gebouwen was van Kieldrecht. Eigenaardig was wel dat het geen funderingen had. Dat constateerde men in de twintiger jaren van vorige eeuw toen men in Kieldrecht begon met elektriciteits- en telefoonpalen te plaatsen. De zijgevel zakte weg door het graven van een grote put en toen werd ook overgegaan tot het plaatsen van funderingen.

Zeker weten we dat het «Geel Huis» destijds onmisbaar was in het gemeenschapsleven van de gemeente. Het was gekend in gans het Waasland en ook ver erbuiten. Zo blijkt dat op het einde van de 18de eeuw (vóór het gemeentehuis werd gebouwd) het «Geel Huis» eerst ook dienst deed als gemeentehuis en zelfs als post- en belastingskantoor (de ouderen zullen zich heel zeker nog wel de zitdagen herinneren van controleur De Vos).

In de oorlog van 1914-18 hadden de bezetters er hun hoofdkwartier en ook was dat het geval in 1940-45. In 1945 kwamen dan de bevrijders de plaats innemen.

In de jaren 1920 gebeurde er heel wat in het logementshuis. De toenmalige eigenaars van het natuurreservaat «De Kreek» kwamen wekelijks met hun vrienden die dan onderdak en eetgelegenheid in het «Geel Huis hadden. In 1921 begon men met het aanleggen van de elektriciteit in Kieldrecht. Verschillende parochianen vonden hierdoor werkgelegenheid, maar de ingenieurs en specialisten (meestal Walen) vonden eet- en slaapgelegenheid in het «Geel Huis» en wel gedurende 'n drietal jaren. De eerste abonnee van «den Escaut» (zo noemde men de elektriciteitsmaatschappij) was natuurlijk hun logementshuis. In 1923 brandden dan ook in dit grote gebouw voor het eerst 8 elektrische lampen, elk van 25 Watt.

En de modernisering ging verder. De mannen van de telefoon vonden ook weer onderdak in het «Geel Huis» en het was natuurlijk ook weer daar dat het eerste toestel werd geplaatst. Het was zelfs zo dat, wanneer men van buiten de gemeente het gemeentehuis opbelde, men eerst terechtkwam in het «Geel Huis», en vandaar schakelde men dan over. Telegrammen kwamen er ook terecht en die werden vandaar uit aan huis gebracht.

De eerste vierwielige auto die Kieldrecht kwam binnengereden vond ook regelmatig onderdak in het «Geel Huis».
Het was mevrouw Van Geertsom uit Brussel, een tante van Kamiel Standaert. In 1938 werd door toedoen van pastoor De Meulemeester de kerk geschilderd. Het geld voor deze werkzaamheden werd samengebracht door het geven van een grootse Vlaamse kermis. De ganse schildersploeg (meestal 6 personen) vond gedurende 6 maanden ook hier weer slaap- en eetgelegenheid.

Tijdens de ganse periode van de stoomtram deed het «Geel Huis» dienst als pakhuis voor alle mogelijke goederen die naar Kieldrecht werden verzonden, vanuit alle hoeken van het land (eetwaren, kledingstukken, granen, landbouwmachines en onderdelen, kortom alles wat met de handel te maken had).

Honderden handelsvertegenwoordigers, vele rijkswachters en douaniers, verschillende onderwijzeressen van de meisjesschool en vele buitenlanders vonden steeds een onderkomen in het logementshuis.

Voor de landbouwers uit de polders was het een veilige thuis voor het stallen van hun paarden. Zij kwamen immers elke zondagmorgen met paard en «gerij» naar de H. Mis. 'n Tiental paarden werden er regelmatig afgespannen en ondergebracht in de stallingen en dit door de zorgen van wijlen Jan Verhulst, Louis Goeman, René Cleys en Albert Fierens. En tijdens de kermisdagen vonden steeds 'n vierhonderdtal fietsers een onderkomen voor hun tweewieler door toedoen van voornoemde personen.

Het was ook het café waar regelmatig de zitdagen en vergaderingen plaats hadden van de Boerengilde, de polderbesturen, de middenstand, ...

Het «Geel Huis» was ook vele jaren het lokaal van de vroegere zangmaatschappij «Broedermin», van de fanfare «Leopold- en Albertisten» en van de toneelbond «Hooger Op», die toen toneel- en balavonden gaven in de grote biljartzaal en café. In 1930 werd een grote bovenzaal gebouwd, die toen uitsluitend diende voor voornoemde activiteiten. Ook deed deze zaal dienst voor de vele huwelijksfeesten, uitvaarten, enz...

In juni 1941 (dus tijdens de oorlogsjaren) werd in deze grote bovenzaal drukkerij «Nova» geïnstalleerd. Dat liep echter niet van een leien dakje, want de Duitse bezetter eiste gedeeltelijk de zaal op voor slaapgelegenheid van de troepen. En zo kon de drukkerij slechts verder blijven draaien in een klein gedeelte van de bovenzaal, die afgescheiden werd van de slaapgelegenheid der troepen, door middel van grote zeilen.

Bij de bevrijding werd ook dankbaar gebruik gemaakt van het «Geel Huis» door de Engelse soldaten, die er ook hun hoofdkwartier opstelden.

Dat was de tijd van de vliegende bommen, die met tientallen onze gemeente overvlogen en waarvan er ook velen neerstortten in de polders. De Kieldrechtenaren zochten 'n veilige plaats in hun kelders en zo bood de ruime bierkelder van het «Geel Huis» slaapgelegenheid voor 'n 15-tal personen. Op 2 maart 1945, toen een VI insloeg in de Dorpsstraat, waarbij de familie Van Overloop-Cleiren zwaar werd getroffen, werd ook het «Geel Huis» erg beschadigd. Zo ook de drukkerij, waardoor het enkele maanden voordien opgestarte weekblad “De Waassche Koerier” een tijdje niet kon verschijnen.

In 1948 werd het «Geel Huis» gesloten. Het werd gesplitst en gedeeltelijk verkocht aan Theofiel Tilleman-De Maeyer, die er een meubelzaak vestigde (later bewoond door de familie Willy De Maeyer-De Lee). Het kleinste gedeelte, tegen bakkerij Maes aan, werd later de drukkerij Cleiren. Dit gedeelte van het gewezen hotel omvatte de zitplaats van de logementgasten, de eetzaal, de keuken, de achterkeuken en 'n gedeelte van de stallingen.

Vernoemenswaardig is nog. wel dat bij het scheiden van de beide eigendommen in het hoofdgebouw slechts 5 deuren dienden dichtgemetseld te worden. Dit kwam doordat er een volledige binnengevel bestond tot in de nok, waaruit men zou kunnen afleiden dat in de jaren 1700 of 1800 er toen twee huizen stonden, ondergebracht onder een en hetzelfde dak.

In de loop der jaren werden aan beide eigendommen nog verschillende verbouwingswerken aangebracht, maar het gedeelte van de meubelzaak werd volledig afgebroken. Daar verscheen een appartementsgebouw. Het andere deel, ooit de drukkerij, is nu een nachtwinkel geworden. Achteraan aan de parallelweg richting kerkhof, werd het gebouw vier meter vergroot toen men startte met de aanleg van de Beukenlaan.

Oud-gemeentesecretaris Jozef Anné bezorgde ons de volgende uittreksels uit de bevolkingsregisters.

1800-1847 Dorp 55, boek 1, blad 22: De Potter Frans Frederik (°11-7-1763 +18-7-1846), bakker-herbergier en zoon van Franciscus De Potter en Joanna Cath. Van Garsse. * Weyns Elisabeth (° Doel 1765 +25-2-1810).

1847-1860 Dorp 59, boek 1, blad 59: De Potter Maria Adriana (°15-3-1786), winkelierster-logementhoudster, ongehuwd. * De Potter Theodoor J. Fr. (°27-12-1819 +11-5-1880), gemeentesecretaris vanaf 1846, zoon van Sophia De Potter (° 20-8-1788). * Weemaes Maria Adriana, winkelierster-herbergierster.

1861-1880 Dorp 75, boek 1, blad 24: eerste vermelding van de naam “Het Geelhuis” De Potter Theodoor J. Fr., secretaris * Weemaes Maria Antonia, winkelierster-herbergierster.

1881-1900 Dorp 77, boek 1, blad 77: De Potter Frederik Frans (°10-10-1849), gemeentesecretaris vanaf 3-6-1880. * De Meulemeester Maria Ludovica (°Lillo 14-9-1849), zonder beroep, woonachtig te Doel.

1901-1910 Dorp 16, boek 1, blad 75: De Potter Frederik Frans (+8-7-1906), secretaris. * De Meulemeester Maria Ludovica, herbergierster.

1911-1920 De Meulemeester Maria Ludovica, weduwe van De Potter Frederik Frans, hotelhoudster. Afgeschreven naar Oude God, Antwerpse Steenweg 210, op 20-5-1919.

In 1921 werd Het Geel Huis verkocht aan de familie Alfons en Amelia Cleiren-Van Overloop. In de bevokingsregisters vonden we het volgende:

1921-1930 Dorpsstraat 16, boek 1, blad 16: Cleiren Alfons, handelaar in schapen * Van Overloop Amelia, zonder beroep.

1931-1947 Dorp 16, boek 2, blad 185: Cleiren Alfons, hotelhouder * Van Overloop Amelia, zonder beroep.

In 1948 werd “Het Geel Huis” verkocht en gesplitst: Dorpsstraat 16 werd “Het Meubelpaleis”, eigenaar Theofiel Tilleman * Dorpsstraat 16b werd drukkerij “Nova” van Albert Cleiren.

/ secretaris • Weemaes Maria Antonia /                winkelierster- herbergierster

In 1921 werd het «Geel Huis» verkocht aan de familie Alfons Cleiren -Van Overloop.
1931 • 1947 / Dorp 16 / Boek II. blad 185 • Cleiren Alfons / hotelhouder • Van Overloop Amelia

9. 1948 - 1960 / Dorp 16 / Boek I. blad 15 • Cleiren Alfons / herbergier-schapenhouder • Van Overloop Amelia / z. b.

In 1948 werd het GEELHUIS verkocht en gesplitst: Wase Koerier 1987